Dans
Dansduet: Mohamed Yusuf Boss en Patricia van Deutekom
Dansen zonder stoplichten

Ieder magazine koppelen we twee dansmakers aan elkaar voor een enthousiaste dialoog. Wat zijn hun overeenkomsten? Waarin verschillen ze? Wat kunnen ze van elkaar leren?
In deze tweede editie ontmoet Mohamed Yusuf Boss (36) uit Groningen, Patricia van Deutekom (38) uit Arnhem. Beiden zijn danser, choreograaf en docent en runnen een gezelschap. Toch hebben ze een totaal andere achtergrond.
Mohamed (1986, Hargeisa, Somalië) leerde zichzelf dansen via videoclips van Michael Jackson en brengt met X_Yusuf_Boss dansers, zangers en muzikanten samen op het podium. Vrijdag 2 en zaterdag 3 december is zijn choreografie LABA te zien, in een tweeluik van Club Guy & Roni INVITES.
Patricia (1984, Oss, Nederland) leidde 16 jaar met Jens van Daele (1972−2020) het gezelschap Burning Bridges. Na zijn overlijden ging ze verder met LAVA Collective. Woensdag 1 februari presenteert ze La Despedida, een hedendaags requiem geïnspireerd op Bachs troostrijke cantates.
De voorstellingen zijn samen als voordelig Dansduet te koop. Je betaalt dan € 38,50 (Vriend € 34,50)
Patricia (P): “We zijn bijna even oud, maar hebben elkaar pas net leren kennen! Wonderlijk, want de danswereld is klein.”
Mohamed (M): “Ik heb zelfs online opgezocht hoe je eruit zag. Ik heb Jens van Daele wel in werk van Club Guy & Roni zien dansen. Lang geleden. Het werk van jullie samen heb ik nooit gezien.”
P: “Heb jij een dansopleiding gedaan, zodat ik je daar tegen het lijf had kunnen lopen?”
M: “Nee, ik heb in Groningen Small Business Retail Management gestudeerd. Toen voetbalde ik fanatiek. Pas op mijn 19de startte ik met hiphoplessen bij The Underground Dance Class Company. Binnen een maand kreeg ik de sleutel van de studio en heb ik een crew gevormd waarmee we veel wedstrijden en shows deden, ook in de commerciële wereld.”
P: “Ik ben in 2005 afgestudeerd aan de dansacademie van ArtEZ. Mijn tweede passie is lesgeven, o.m. bij Codarts in Rotterdam en Fontys in Tilburg. Naast lesgeven, dansen en choreograferen, werk ik als medewerker Educatie & Talentontwikkeling bij Nederlands Dans Theater.”
M: “Ik houd ook van lesgegeven! Begon daarmee bij Lucia Marthas. Via het Urban House in Groningen ontdekte ik het theaterpodium en via het Grand Theatre kreeg ik steun binnen de Nieuwe Makersregeling. Ik heb met mijn gezelschap X_Yusuf_Boss drie grote voorstellingen gemaakt. Die hebben door corona nooit kunnen toeren.”
P: “Ik heb 16,5 jaar werk gemaakt met mijn levenspartner Jens. We waren elkaars muzen. Toen hij een eindvoorstelling creëerde bij mijn jaar van de dansacademie, begon hij direct met rollen, vallen en rauwe, ongepolijste bewegingen. Ik moest hém optillen, een man! Ik werd zo verliefd op die taal, die naadloos paste bij mijn fysieke mogelijkheden. Zo kwam ik bij Burning Bridges. In juni 2020 is hij plotseling overleden. Met hem verloor ik een deel van mijn identiteit, alsof een stuk lijf afbrak, maar ik wist ook: ik ben nog lang niet klaar, zijn taal is ook mijn taal. Mijn ontwikkeling als maker was al gaande, met alles wat ik had opgebouwd. Die mocht niet stoppen met het verlies van Jens. Van zijn rechterhand treed ik nu zelf naar voren als maker. Na Furia presenteer ik nu mijn tweede avondvullende voorstelling, La Despedida, over afscheid.”
M: “Dit raakt mij echt. Ik heb ook een voorstelling gemaakt over afscheid en rouw, LÍX, die toert nu in de serie DansClick 24 door de toekenning van de BNG Bank Dans Prijs 2022. Ik ben op mijn derde met mijn moeder, broertje en drie zussen vanuit Somalië hierheen gekomen. Ik draag mensen van daar, mensen van hier en mensen die er niet meer zijn met mij mee. Ik kom uit een wij-cultuur, iedereen voelt zich bovenal deel van het collectief. En wat je deelt, blijft in je opgeslagen. Ook maken doe je samen. In LABA onderzoeken we the sense of belonging – waarmee voel je je verbonden? — vanuit hiphop en Afrikaanse dansstijlen zoals pantsula en jaandheer. Die hebben een sterk collectief karakter.”
P: “Het werk van Jens ligt ook in ons collectief opgeslagen. Het is niet weg-weg. Wij geven het voort.”
M: “Mijn vader is overleden één maand voordat ik naar Somalië ging om hem voor het eerst te zien. Maar een oom zag mij lopen; hij brak: hij zag in mijn silhouet mijn vader lopen. Dat fysieke, ook van het Somalisch zijn, neem ik mee in mijn werk. De Somalische cultuur — gedichten, verhalen, bewegingen en liederen — wordt mondeling doorgegeven, met een eigen dynamiek en noodzaak. LABA gaat over de reis die je als mens én als collectief maakt; soms ben ook migrant binnen je eigen familie, omdat je een onverwachte stap zet.”
P: “Een afscheid hoeft niet alleen zwaar te zijn. Iets loslaten betekent een nieuwe toekomst durven aan te gaan. Die state of mind neem ik altijd mee. Met dans kan ik tot de kern van die emoties doordringen, zonder opsmuk. La Despedida is niet alleen donker maar gaat ook het licht van een nieuw begin.”
M: “Afscheid nemen hoort tot het leven. Ik kom uit Somaliland. Dat land, met een nomadische geschiedenis, bestaat officieel niet. Daarom ben ik getriggerd door: wat is een reis? Wat neem je mee, wat offer je op? Dat zit in LABA.”
P: “Jij werkt ook met live muziek. Dat geeft zo’n opwindende lading. De spanning dat muzikanten en dansers op dát moment in dát verhaal met díe energie staan. Waarom kies jij voor live muziek?”
M: “Ik geloof in de stem achter de stem. Die wil ik horen. Die echoot mee en raakt het publiek. Ken jij het publiek in De Schuur? Daar optreden is nieuw voor mij.”
P: “De Schuur is een fijne plek, met mooi en loyaal danspubliek! Tijdens een nagesprek heeft Jens mij zelfs daar ten huwelijk gevraagd!”
M: “Nee, niet waar, wow!”
P: “Ik dacht nog: gast wat doe je nu, houd het professioneel. Al is het van trouwen nooit gekomen. Ha, hij ging ook niet helemaal op de knieën. Jij hebt een gezin en werkt net als ik niet vanuit de Randstad. Hoe bevalt dat?”
M: “Ik ben opgegroeid in een dorpje, Sleen, in Drenthe. Emmen was al een grote stad. En toen ging ik studeren in het grote Groningen. Daar heb ik veel kansen gekregen. Daar ben ik thuis.”
P: “Ik ben ook opgegroeid in een dorpje zonder stoplichten, Berghem. Arnhem was al een Big City. Nu voel ik mij daar thuis. En waar je je thuis voelt, kun je je het sterkst ontwikkelen. Zonder al die kansen daar, zou ik het niet redden. Dansen, choreograferen, het is al een kwetsbaar beroep, zonder steun van anderen, lukt het niet. Ze moeten in je geloven. Ik voel het al, wij zijn beide loyale beesten. Als we op onze plek zijn, blijven we daar trouw aan.”