Dans

Dansduet: Conny Janssen en Rutkay Özpinar

De hond in de mens en de huid van de stad

Dansduet: Conny Janssen en Rutkay Özpinar

Ieder kwartaal koppelen we een gevestigde choreograaf aan een jonge dansmaker voor een enthou­si­aste dialoog. Wat zijn hun over­een­kom­sten? Waarin verschillen ze? Wat kunnen ze van elkaar leren?

In deze derde editie ontmoet oude rot’ Conny Janssen (Rotterdam, 1958) de jonge hond’ Rutkay Özpinar (Doetinchem, 1991). Conny maakt al dertig jaar met haar gezelschap Conny Janssen Danst voor­stel­lingen voor het grote podium en op locatie. Dit voorjaar presenteert ze in Haarlem vier avonden FRAMED.

Rutkay onderzoekt zijn Nederlandse en Turkse wortels en combineert een achtergrond in hiphop, breakdance, modern en (neo)klassiek ballet met kennis van Turkse volksdans. Begin juni is hij te gast met zijn eerste avond­vul­lende voor­stel­ling WORK LINE, gemaakt bij Korzo.

De voor­stel­lingen zijn samen als voordelig Dansduet te koop. Je betaalt dan € 45 (Vriend € 41) i.p.v. € 49. Bestel hier je Dansduet

  • Joris Jan Bos 10
  • Conny Janssen Danst FRAMED Raymond de Vries 1
  • Conny Janssen foto Karen van Gilst
  • Korzo Portret Rutkay Ozpinar Gerrit Schreurs

Rutkay (R): Leuk om eindelijk in jullie prachtige pand op Katendrecht te zijn. Wat een uitzicht over de Nieuwe Maas! En tegelijk kijken we door een raam naar de dansstudio beneden. Hebben jouw dansers daar nu les?” 

Conny (C): Onze dertien dansers volgen inderdaad hun dagelijkse ochtendles. Maar ook andere dans­pro­fes­si­o­nals kunnen intekenen op deze trainingen. We willen ons Huis breder openstellen, er echt een ontmoe­tings­plaats van maken met dans als verbindend element. Dus welkom Rutkay, in dit Huis voor de Dans in Rotterdam.” 

R: Zoiets bestond niet toen ik hier tien jaar geleden moderne dans studeerde aan Codarts Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam. Ik wist wel hoe belangrijk jouw gezelschap voor deze stad was. Eerder bezocht ik met een vriend, die niet van de dans was, jouw voor­stel­ling Rebound. Waanzinnig: zes mannen die op trampolines tot elkaar waren veroordeeld. We waren in alle staten. En toen kwam jij in 2013 naar mijn eerste solo kijken, die ik mocht maken bij De Dutch Junior Dance Division, in strandtent De Fuut!” 

C: Ik herinner mij ons eerste korte gesprekje toen. Kom jij uit een dansfamilie?” 

R: Niet profes­si­o­neel, maar het zit wel in de familie. Mijn moeder heeft mijn twee broertjes en mij grotendeels alleen opgevoed. Met mijn vader hebben we weinig contact, ik hoorde een paar jaar geleden dat hij is terug­ver­huisd naar Turkije. Mijn broertje danste beter dan ik, maar koos voor voetbal. Ik ben op mijn tiende begonnen met lessen hiphop en breakdance in Doetinchem. Een anoniem echtpaar betaalde mijn lesgeld en danskleren. Zo bijzonder. Drie jaar later kreeg ik mijn eerste balletles bij Boys Action in Arnhem. Zo is het balletje gaan rollen.” 

C: Ik woonde met mijn ouders en oudere zus drie hoog in hartje centrum. s Zomers weken we uit naar onze volkstuin aan de overkant van de Maas. Mijn vader had een eigen machi­ne­fa­briek, hij werkte keihard en wilde per se niet in loondienst. Ik ben net zo’n doordouwer. Mijn ouders hebben ons geleerd: als je echt iets wilt, moet je er hard voor werken. Ik ben met Conny Janssen Danst direct in de grote zaal begonnen. Er waren geen werk­plaatsen om in de luwte ideeën stapsgewijs te ontwikkelen. Die grote zaal was een grote verant­woor­de­lijk­heid. Maar ik heb wel geleerd in mijn werk goed te commu­ni­ceren met een groot publiek.” 

R: Als ik aan het creëren ben, zoals nu aan WORK LINE, bezoek ik weinig voor­stel­lingen, om niet beïnvloed te worden. Ik wil mijn flow niet verliezen. Stel dat ik iets zie, dat ik toevallig ook in mijn hoofd heb. Dan durf ik dat niet meer te gebruiken. Daarom sluit ik mij af.” 

C: Dat snap ik wel. Als ik diep in een creatief proces zit, wil ik ook mijn eigen natuurlijke pad zoeken. Spannend dat jij nu je eerste avond­vul­lende voor­stel­ling maakt! Je hebt in 2019 nog een kort stuk gecreëerd voor ons tour­nee­pro­gramma Danslokaal. Korzo schoof jou als jong chore­o­gra­fie­ta­lent naar voren. In What can’t be filled durfde je het thema eenzaamheid aan te pakken. Met al je dans- en chore­o­gra­fie­ta­lent worstelde je daar soms mee. Dat vond ik dapper. Waar gaat WORK LINE over?” 

R: Ik onderzoek hoe we mensen hun natuurlijk instinct negeren door voortdurend gericht te zijn op perfectie en prestaties. Wat is aangeleerd en welke menselijke essentie moeten we daarvoor onder­drukken? Ik zie een analogie tussen mensen en honden. Je hebt werkhonden die worden getraind om constant fysiek alert en actief te zijn. Mensen worden ook gecon­di­ti­o­neerd om succesvol te zijn. Hoe gaan we om met die constante training?” 

C: Heb je zelf ook een hond?” 

R: Ja, een mixje tussen een Anatolische en Duitse herder. Toen Dali aan het puberen was, wilde hij nauwelijks luisteren. Ik weet nu dat ik Dali’s instinct niet moet controleren, maar gebruiken. Anders krijg ik averechtse reacties. Waarover gaat FRAMED?”

C: Het leven in een grote stad! Ik rijd iedere avond naar huis langs hoogbouw in Rotterdam. Dan zie ik al die verlichte ramen: gestapelde verhalen. Iedereen lijkt gevangen in zijn eigen leven. Met mijn dansers trekken we twaalf verhalen uit de anonimiteit. Je ziet hun verlangens, gewoontes. Het decor bestaat uit een groot ledscherm van 33 m². Die lichtbron en filmbeelden verbeelden de huid van de stad.” 

R: Mooi hoe zo’n thema bij jou zo veel in beweging zet. Ik gebruik ook geen letterlijke honden­mo­to­riek. Het is een inspi­ra­tie­bron. Ik ben nu intensief bezig vier dansers mijn bewe­gings­taal eigen te maken. Ik sta niet zelf op toneel. Dat is wennen. Ik moet scènes durven schrappen, materiaal weggooien.” 

C: Ik heb zes nieuwe dansers, dat is lang niet gebeurd. Er is een gene­ra­tie­wis­se­ling geweest in de groep. Ik zit ook midden in dat mari­ne­rings­proces om hen onder te dompelen in mijn bewe­gings­kwa­li­teit. Dat lef om te schrappen vond ik in het begin ook moeilijk. Tot ik besefte: fragmenten die de voor­stel­ling niet halen, zijn niet weg. Dat materiaal bestaat nog, is opgenomen en kan weer opduiken. Dat besef hielp mij enorm bij het killen van darlings’.”

  • “Mooi hoe zo’n thema bij jou zo veel in beweging zet”

    Rutkay
  • “Wel spannend dat jij nu je eerste avondvullende voorstelling maakt! Je hebt in 2019 nog een kort stuk gecreëerd voor ons tourneeprogramma Danslokaal”

    Conny